RPA woordenboek

Rondom de implementatie van Robotic Process Automation wordt veel vakjargon gebruikt. In het begin kan dit verwarrend zijn. Hier helpen we je graag bij met ons RPA woordenboek. Hieronder vind je een alfabetische lijst met veelgebruikte termen omtrent RPA. 

RPA woordenboek: A t/m M

Artificial Intelligence (AI) / Kunstmatige Intelligentie: apparaten die reageren op data of impulsen uit hun omgeving. Op basis daarvan wordt er een zelfstandig beslissing genomen. Het gaat bij AI dus niet om de rekenkracht, maar om de mogelijkheid (zelfstandig) te leren en beslissingen te nemen. Dit is vergelijkbaar met de manier waarop mensen dit doen. Denk hierbij aan begrip tonen en te oordelen.

Attended RPA: Attended RPA omvat scenario’s waarbij besluitvorming en/of gebruikersinvoer vereist is. Dit is meer vergelijkbaar met desktopautomatisering. Deze softwarerobots werken op de computer van een werknemer en worden geactiveerd in verschillende situaties:
1. Een opdracht van een gebruiker;
2. Instanties waarbij robots input van de gebruiker nodig hebben om een ​​taak voort te zetten.
De toegang tot de robot is vaak beperkt tot de werknemers binnen een specifieke afdeling of de gebruiker van de computer.

Automatisering ontwerp: het plan hoe RPA zal worden uitgerold binnen een organisatie. Als onderdeel van dit plan identificeren bedrijven een lijst met processen die het meest geschikt zijn voor automatisering. Het ontwerp kan betrekking hebben op korte en/of lange termijn.

‘Automation first’-tijdperk: het tijdperk van technologie waarin mensen bezig zijn om met RPA op zoveel mogelijk processen toe te passen voor verhoogde productiviteit en de visie omarmt met één robot voor elke werknemer.

Business intelligence: een systeem van technologieën, werkwijzen en applicaties waarmee bedrijven informatie over  bedrijfsactiviteiten kunnen verzamelen, analyseren en presenteren voor de medewerkers.

Bedrijfsprocesbeheer  / Business Process Management (BPM): is een raamwerk voor het beschrijven, analyseren, optimaliseren, simuleren en observeren van informatie- en organisatieprocessen.

Centre of Excellence (CoE): een afdeling welke gedurende de groei van de RPA-implementatie wordt opgericht om de implementatie en de doorlopende implementatie / veranderingen van RPA te ondersteunen. Dit team gebruikt RPA-tools en technische ervaring om de lopende RPA-implementaties te identificeren en te beheren. Dit team moet leden van meerdere afdelingen binnen een organisatie omvatten.

Cognitieve automatisering: automatisering die zowel op semi-gestructureerde als gestructureerde gegevens kan werken.

Computer vision: de technologie waarmee automatiseringssoftware informatie uit afbeeldingen of multidimensionale bronnen kan herkennen en gebruiken zodat die kan worden gebruikt voor kunstmatige intelligentie, machine learning en patroonherkenning.

Deep Learning: een op patronen gebaseerde verwerkingsmethode wat op machine learning lijkt. Met deep learning kunnen automatiseringsrobots menselijke taken nabootsen, zoals het identificeren van afbeeldingen op een scherm, het herkennen van taal of het voorspellen van resultaten.

Enterprise Resource Planning (ERP): een systeem waarmee bedrijven bewerkingen zoals boekhouding, projectbeheer en inkoop kunnen beheren via softwarepakketten. Bedrijven krijgen hiermee inzicht in een database met gedeelde informatie.

Enterprise RPA: een RPA-scenario waarbij een bedrijf de invoering en uitrol van RPA-robots wil realiseren. Dit omvat een strategie voor hoe de robots worden ingezet in relatie tot menselijke teams in de hele organisatie, ondersteund door een flexibele processtroom.

Fulltime equivalent (FTE): de hoeveelheid werk die een fulltime medewerker doet op een afdeling of in een bepaald project.

Grafische gebruikersinterface: in het Engels de Graphical User Interface (GUI)genoemd. Een methode voor computerinteractie waarmee gebruikers programma-acties met vensters, pictogrammen en menu’s kunnen activeren.

Machine learning: het proces waarmee softwarerobots en AI nieuwe processen kunnen leren door middel van patroonherkenning in plaats van dat ze voor elke nieuwe situatie individueel en nauwkeurig moeten worden geprogrammeerd.

RPA woordenboek: N t/m Z

Natuurlijke taalverwerking: in het Engels Command-line interface (NLP) onderdeel van kunstmatige intelligentie, waarmee NLP computers menselijke taal kan begrijpen, interpreteren en nabootsen.

Niet-persistente VDI / Non-persistent VDI: een generieke virtuele desktopinfrastructuur die geen snelkoppelingen of bestandsinstellingen opslaat die de gebruiker maakt, in plaats daarvan terugkeert naar een uniform bureaublad telkens wanneer een gebruiker uitlogt.

Ongestructureerde gegevens: informatie die niet op een gedefinieerde manier is georganiseerd en vaak wordt gevuld met tekst, datums en getallen in een ongeorganiseerd systeem.

Opdrachtregelinterface: in het Engels wordt dit Command-line interface  (CLI) genoemd; een manier van interactie met een computerprogramma door acties met tekstregels (opdrachtregels) die rechtstreeks een programma kunnen activeren. Ook wel bekend als scripting.

Op rollen gebaseerde toegangscontrole: in het Engels Role-based access control  (RBAC) genoemd: beveiligingsparameters die werknemers beperken om alleen toegang te hebben tot informatie die nodig is om hun unieke werk te doen, waardoor ze geen documenten of gevoelig materiaal kunnen lezen dat niet relevant is voor hun dagelijkse werkzaamheden.

Optische karakterherkenning: in het Engels Optical character recognition (OCR) software die letters en symbolen in Pdf-bestanden, afbeeldingen en papieren documenten uitzoekt waarmee gebruikers de inhoud van de documenten digitaal kunnen bewerken.

Orchestrator of Control Room: hiermee kan een bedrijf alle robots op één veilige plaats plannen, beheren en bewaken. Hiermee kunnen bedrijven hun RPA-oplossingen implementeren en schalen, evenals de activiteiten van zowel robots als gebruikers controleren en bewaken.

Pilot-testing: een test van de automatisering die volgt op de eerste proof-of-concept-fase om te zien of de robot zal presteren zoals verwacht in meer geavanceerde, gecompliceerde omstandigheden.

Proof of concept (POC): een testrun van de automatisering om de beperkingen ervan te ontdekken en ervoor te zorgen dat de robot werkt zoals bedoeld.

Robotic Operations Center (ROC): een robotica-afdeling die gespecialiseerd is in snelle automatisering en hoogwaardig, goedkoop verandermanagement. Waar een CoE vroege RPA-implementatie en -uitrol ondersteunt, ondersteunt de ROC bestaande robots, automatiseert nieuwe processen, beheert RPA-gerelateerde beveiliging en voert compliance-functies uit voor meer volwassen RPA-modellen. Het is een gestructureerde afdeling met een gedefinieerd budget en operationele service level agreements (SLA’s).

Robotic process automation (RPA): softwarerobots die menselijke acties nabootsen en integreren in digitale systemen om bedrijfsprocessen te optimaliseren. RPA-automatisering legt gegevens vast, voert applicaties uit, activeert reacties en communiceert met andere systemen om verschillende taken uit te voeren.

RPA-routekaart / RPA roadmap: een plan dat volgt na de ontwerpfase van de automatisering en dat bedrijven richtlijnen geeft om hun RPA-doelen te bereiken. Dit omvat een kosten-batenanalyse van de processen die zijn geselecteerd voor automatisering.

RPA-omgeving: de gecombineerde processen die zijn geautomatiseerd in een bedrijf, meestal binnen een enkele afdeling.

RPA-bedieningsmodel / RPA operating model: een plan dat inzicht geeft in hoe RPA zal worden ontworpen en uitgerold. Bij dit model zijn vaak procesarchitecten, technologie-experts / adviseurs en voortdurend onderhouds- en ondersteunend personeel betrokken. Het model verandert enigszins op basis van bedrijf en industrie om het beste aan hun automatiseringsdoelen te voldoen.

RPA Studio / Development: een tool voor het ontwerpen van automatiseringsprocessen waarmee bedrijven de vereiste bedrijfsprocessen kunnen modelleren op verschillende niveaus van complexiteit en schaal. Een studio / development is een veelzijdige tool met verschillende aantrekkelijke functies en wordt algemeen geaccepteerd door gebruikers variërend van zakelijke tot programmeerliefhebbers

Schermschrapen: in het Engels Screen scraping; gegevens van de ene toepassing naar de andere kopiëren met behulp van een computerprogramma.

Softwarerobots: softwarerobots – in plaats van fysieke robots die fabrieken vullen – die menselijke werknemers bevrijden van repetitief, handmatig werk en gegevensinvoer. Deze robots werken samen met applicaties en systemen via een grafische gebruikersinterface of opdrachtregelinterface om routinetaken uit te voeren.

RPA Multi-tenancy: een architectuur waarbij één exemplaar van de softwaretoepassing door meerdere teams / afdelingen kan worden gebruikt. Het UiPath-platform biedt multi-tenancy zodat voor elke afdeling binnen een organisatie een tenant kan worden gevormd. Multi-tenancy maakt gemakkelijk schalen en samenwerken mogelijk met behoud van privacy.

Unattended RPA: softwarerobots die weinig of geen menselijke tussenkomst nodig hebben om 24/7/365 acties uit te voeren wanneer ze worden geactiveerd. Deze robots werken continu in een batchmodusmodel dat 24 uur per dag automatisering mogelijk maakt. Deze robots zijn op afstand toegankelijk via verschillende interfaces en platforms, en beheerders kunnen functies voor planning, rapportage, audit, monitoring en aanpassing in realtime bekijken vanuit een gecentraliseerde hub.

Workflowautomatisering: RPA-technologie gebruiken om stappen in handmatige of routinematige zakelijke taken te automatiseren om de dagelijkse praktijk te verbeteren, werknemers efficiënter te maken en mensen in staat te stellen zich te concentreren op werk met een hoger rendement.

Virtuele omgeving: het systeem gecreëerd door automatiseringssoftware en programma’s die de processen van een organisatie beheren vanuit de bestaande IT-instellingen van een bedrijf. Deze omgeving wordt beheerd door het bedrijf en creëert een centrale softwarehub voor beheerders en gebruikers.

Sluit Menu